Op het terrein van dit voormalige legerkamp uit WOII staan zo’n 60 rijksmonumentale gebouwen die al ruim 20 jaar opvang bieden aan asielzoekers. Het team van Braaksma & Roos Architectenbureau werkt aan de renovatie, modernisering en capaciteitsverhoging van de gebouwen. Een tweeledige opgave: enerzijds is het uitgangspunt om het karakter van de traditionele Duitse bouwstijl en het bos- en weidelandschap te koesteren, anderzijds willen wij een veilige, prettige leef- en werkomgeving creëren voor zowel de bewoners als de medewerkers van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), de verschillende ketenpartners en de omgeving. Flexibiliteit, helderheid en leefbaarheid zijn de belangrijkste doelstellingen voor het project AZC Gilze.
AZC Prinsenbosch, Gilze Herstructurering van 70 rijksmonumenten
De opgave
Op het eerste gezicht ziet het complex Prinsenbosch in Gilze Rijen er niet uit als een militaire basis; het lijkt meer op een typisch Brabants boerendorp. Toch heeft de Duitse bezetter het in 1940 voor deze functie gebouwd. Een vermomming als camouflage en bescherming tegen de vijandige partij. Braaksma & Roos Architectenbureau is bezig de ruim 70 rijksmonumenten op het terrein te restaureren en aan te passen aan het huidige gebruik; het Centraal Orgaan opvang asielzoekers heeft hier een opvanglocatie gevestigd met bijna 1200 bewoners. Na renovatie zal de locatie prettiger aanvoelen, geschikt zijn voor bewoning van gezinnen en flexibeler zijn in het gebruik.
Analyse
Heimatschutz architectuur
Prinsenbosch is een bijzonder voorbeeld van Heimatschutz architectuur. Dat kenmerkt zich als een traditionele, lokale bouwstijl.
De legergebouwen in Prinsenbosch zijn vermomd als huizen in een typisch Nederlands dorpje . Deze camouflage-aanpak gebruikten de Duitsers bij meerdere militaire gebouwen. Het complex Prinsenbosch hoort samen met de vliegbasis Twenthe tot de meest compleet bewaarde hiervan. En de tactiek bleek effectief: de gebouwen hebben tijdens de oorlog geen noemenswaardige beschadiging opgelopen. Ook de ogenschijnlijk willekeurige aanleg van het complex heeft hiermee te maken. Wat ligging en oriëntatie betreft lijkt er tussen de verschillende gebouwen geen onderling verband te bestaan.
Kern van beton
De gebouwen hebben maar één bouwlaag: de begane grond en een zadeldak. Oorspronkelijk hadden de gebouwen gemêleerde daken met rode en gesmoorde pannen uit Echt. De gevels zijn opgebouwd uit bakstenen die de inslagveilige betonnen kern verhullen. De luiken die voor de ramen hebben gezeten zijn helaas bijna allemaal verdwenen. Op het terrein staan verschillende typen gebouwen: legeringsgebouwen en magazijnen zijn gecamoufleerd in een gebouwtype dat meerdere keren voorkomt. De kegelbaan, het badhuis en een overgebleven kolenhok zijn verhuld in unieke grotere gebouwen die slechts één keer voorkomen.
Visie
Een veilig tussenstation
De opdracht aan Braaksma & Roos Architectenbureau is om het complex beter te laten aansluiten bij het nieuwe gebruik. Daarbij behouden we zo veel mogelijk van de karakteristieke architectuur van de bestaande bebouwing. De gebouwen worden flexibeler ingedeeld, gemoderniseerd en opgesplitst in kleinere eenheden. Door het vergroten of toevoegen van ramen komt er meer daglicht binnen in de woonruimtes. Ook de kapverdieping van de gebouwen wordt officieel bewoonbaar met moderne dakkappellen, en de woningen krijgen ieder een eigen voordeur. Bovendien krijgen de gebouwen een eigen keuken. Het industriële materialenpalet contrasteert met de historiserende Heimatschutz architectuur en laat zien waar een nieuwe tijdslaag is toegevoegd.








Het landschap
Het terrein van Prinsenbosch van maar liefst 28 hectare werd vanaf het einde van de negentiende eeuw beplant als productiebos. Daardoor mist de huidige omgeving overzichtelijkheid en leesbaarheid. In samenwerking met Marlies van Diest landschapsarchitecten verbeteren we de omliggende omgeving door ‘leefzones’ te creëren rondom de gebouwen. Zo wordt het karakter van afwisselende openheid en geslotenheid van het terrein versterkt en worden de verblijfsgebouwen extra uitgelicht door het landschap. Bij de hoofdentree van ieder gebouw worden herkenbare gebouwaanduidingen geplaatst.